VAKWERK IN HOUT
HOME - BEGINPAGINA VAKWERK PORTFOLIO - WERKVOORBEELDEN CONTACT
     

Portfolio: Openluchtmuseum Arnhem, de Marker fuikenboot
 

Klik midden in de afbeeldingen voor de grotere foto in een nieuw venster. Een foto is 100 à 150 kB

Marker fuikenboten werden gebruikt om de fuiken in de Zuiderzee en later het IJsselmeer uit te zetten. Het model dateert van rond de 17e eeuw.
Het vaartuigje is met een groepje enthousiaste vrijwilligers op traditionele wijze en met ouderwets handgereedschap gebouwd.


De tekst op deze pagina is een intervieuw van Francien van Zetten met scheepsbouwers Wouter Schalk en Hans Alferink en werd gepubliceerd in De Gelderlander op 11 juni 2001.




Het Openluchtmuseum in Arnhem is sinds zaterdag een Marker fuikenboot rijker.
Het scheepje is eigenhandig door een ploeg vrijwilligers gemaakt op de eveneens historisch nagebouwde scheepswerf De Hoop in het museum.


Klik hier voor een grotere afbeelding in een nieuw venster! Klik hier voor een grotere afbeelding in een nieuw venster!

Er valt iets te vieren op de Marker scheepswerf De Hoop in het Openlucht-museum. Er klinken vissersliedjes, palingen worden gerookt en in de werf staat de jonge borrel klaar om te klinken op de behouden vaart van het Marker fuikenbootje 'Dany' dat even na de middag voorzichtig te water wordt gelaten.

Dany is niet zo maar een bootje. De Marker fuikenboot is 'een stuk living history', zoals beroepskracht en scheepsbouwer Wouter Schalk het uitdrukt. "We bouwen hier niet alleen boten met oude gereedschappen, maar breien ook de netten en geven uitleg aan het pubiek. Daarmee geven we een stuk geschiedenis een gezicht."


Eigenlijk is de fuikenboot een punter met een platte kont. "Met een punter kon je geen fuik binnen halen van anderhalve meter lang met tachtig kilo vis erin",
legt Schalk uit. "De Marker fuikenboot ligt steviger in het water dan een punter. die zou omslaan." Oorspronkelijk werd in de Zuiderzee vooral op haring en ansjovis gevist en was aal bijvangst. Later, na de bouw van de afsluitdijk werd aal, oftewel paling, de hoofdmoot.


Klik hier voor een grotere afbeelding in een nieuw venster!

De Marker scheepswerf De Hoop stamt uit 1885 en verhuisde in 1947 naar het Arnhemse Openluchtmuseum, compleet met oude gereedschappen. "We gebruiken absoluut geen elektrisch gereedschap. De mensen lachen ons wel eens uit in dit Black and Decker-tijdperk als ze ons met de hand een dikke plank zien zagen. Maar zo ging dat nou eenmaal in vroeger tijden ", vertelt Hans Alferink uit Westervoort. Hij is één van de zeventien vrijwillige scheepstimmermannen die actief zijn op de werf. Alferink, landbouwkundig ingenieur met VUT, glimlacht tevreden als het bootje in de loop van de middag met bezoekers van het museum over het water glijdt. "We hebben natuurlijk vantevoren wel gekeken of-ie echt waterdicht was."

De Marker fuikenboot, de naam zet het al, werd gebruikt om fuiken in de Zuiderzee en later het ijsselmeer te zetten en te lichten. Wouter Schalk schat dat het model uit de zeventiende eeuw stamt en tot pakweg de jaren vijftig werd gebruikt. "Het is familie van de punter die zie je voor 't eerst op schilderijen uit de veertiende eeuw."

geen grotere versie beschikbaar...

De Marker fuikenboot is voor een persoon 'bevaarbaar'. Je kunt er mee zeilen, roeien, of punteren. Het is een platbodem, speciaal bedoeld voor gebruik in ondiep water. Op de Marker scheepswerf werden voornamelijk fuikenboten gemaakt en omdat daar ook nog tekeningen van voor handen waren, was de keus voor het model boot snel gemaakt.

"In eerste instantie wilden we een botter bouwen, maar met veertien of zestien meter lengte zijn die gewoon te groot voor de werf. En het water hier is te ondiep", verklaart Schalk. De fuikenboot bestaat uit 'vier houtgangen', dat zijn vier verschillend gebogen planken. Twee voor de bodem en twee grote eikenhouten planken voor de zijkanten. Voor het buigen van het hout wordt een vuurtje gestookt. Door de bovenkant van het hout goed nat te houden en de onderkat boven het vuur te verwarmen, valt de pank te buigen. "Door de warmte krimpen de vezels van het hout aan de onderkant, terwijl dat aan de natte bovenkant niet gebeurt. Zo simpel is het principe", doet Schalk uit de doeken. Er komt nog heel wat vakmanschap bij kijken om een plank precies pas te buigen, beklemtoont Alferink.

Na bezoeken aan scheepstimerwerven in Giethoorn en Spakenburg, togen de vrijwilligers zelf aan de slag. "We hebben één plank verpest, die is gebarsten", meldt Hans Alferink. "Nou ja, verpest, we hebben hem toen maar in tweeën gezaagd en voor de boorden gebruikt."

Het resulaat mag er zijn, de Dany ziet er picobello uit. Het bootje is vernoemd naar de vrouw van één van de vrijwilligers. "Dat is onze beschermheilige", lacht Schalk. "Zij zorgt altijd voor iets te eten en te drinken."


website Nederlands Openluchtmuseum


disclaimer  terug maar PORTFOLIO   -   naar boven
  VAKWERK IN HOUT